maandag 2 november 2015

Zielig

We wandelden door de wijk, dochterlief en ik. Een te lange wandeling naar dochter's zin. Ze mopperde vanuit haar rolstoel dat ze graag weer naar huis wilde. Ik wilde iets afleveren, dus ik liep stevig door.

Onderweg kwamen we verschillende kinderen tegen. Als dochter in haar rolstoel zit, wordt ze zonder uitzondering door ieder kind bekeken en nagekeken. Zo ook deze dag.

 Het begon me te irriteren toen een kind achter ons herhaaldelijk naar haar moeder riep: "Kijk mama, dat kindje kan niet lopen! Mama! Dat kindje kan niet lopen. Kijk mama! Dat kindje kan niet lopen!"

 Ik gaf dochter een tip. "Als er straks weer een kindje kijkt zeg je gewoon: "Goedemiddag!""
Dochter gaf geen antwoord.

 Even later werd er weer gestaard. "Zeg nou, goedemiddag!" siste ik. Dochterlief zei niks.
Ik probeerde haar te overtuigen. "Die kindjes denken dat jij zielig bent, als je goedemiddag zegt, weten ze dat je dat niet bent".

 Dochter antwoordde gedecideerd:
"Dat weet ik niet hoor mama, of ze denken dat ik zielig ben. Ik hoef dus daarom niet dag te zeggen."


En deze geïrriteerde mama maakte een diepe buiging voor haar wijze dochter en gaf haar volkomen gelijk.

donderdag 29 oktober 2015

Engel

We zagen tijdens de introductiedag op de mytylschool van dochterlief, bijna twee en een half jaar geleden, een prachtig mannetje. Grote stralende ogen, een heerlijke bos krullen en zo normáál. 
 (Toen leefden we nog in de veronderstelling dat kinderen op ‘zo’n school’ een duidelijk zichtbare handicap hebben, maar niets bleek minder waar). 

Het heerlijke kereltje bleek bij dochterlief in de klas te komen. Stiekem hoopte ik dat het haar vriendje zou worden, zo’n beauty! Maar dochter en jongens, dat is (nog) geen match.
 Ik, daarentegen, was inmiddels totally in luv. 

Met zijn moeder had ik een fijn contact. Eigenlijk hoorde ik van haar voor het eerst echt over stofwisselingsziekten. Daarvoor dacht ik altijd dat kinderen met zo’n ziekte moeite met voeding hadden. Nu leerde ik enkele variaties ‘kennen’, van relatief onschuldige varianten tot progressieve vormen. 

En dat mooie prinsje had zo’n progressieve vorm. Een vorm waarbij hij langzaamaan steeds meer achteruit zou gaan. De tranen kwamen regelmatig bij zijn moeder, als we eens een praatje maakten. 

We zagen het ook gebeuren. Hij liep steeds moeilijker, sprak steeds trager en de laatste maanden zag ik hem regelmatig oefenen met zijn nieuwe rolstoel. 
Wat was dát zwaar, dat rolstoel rijden. Toen hij me afgelopen zomer eens buiten de school zag zitten, tijdens zijn training, reed hij naar me toe, klom naast me op het bankje en wilde absoluut niet verder. “Nee,” schudde hij tegen zijn fysio, toen zij hem stimuleerde door te gaan, “even rustig zitten”. 

 Dat -even rustig zitten- gunde zijn moeder hem ook zo. Het rekenen, lezen en schrijven op school vond ze voor hem niet zo belangrijk. “Laat hem maar lekker spelen, genieten van zijn kind-zijn.” 


En toen bleek onverwacht dat hij nog veel zieker was dan men eerder dacht.  


Nu is hij er niet meer.


 Dat prachtige manneke, heerlijke kereltje, mooie prinsje, met die prachtige krullen en grote ogen. Dat jongetje met wie niks aan de hand leek. 
Zomaar ineens niet meer hier. 


 Ik wens, vanuit het diepst van mijn hart, dat voor dit engelachtig jochie een hemel is, waar hij kan spelen, rennen en springen. En van waaruit hij regelmatig stiekem kusjes en knuffels kan geven aan zijn mama, papa, zusjes, oma en alle andere dierbaren hier... 

…en dat zij dat dan voelen, elke keer.


woensdag 9 september 2015

Expres doodgaan

'Dit is een verdrietig muziekje.' 

We kijken dwdd, naar de aflevering ter herinnering aan Joost Zwagerman. 
Dochter stopt met waar ze mee bezig is en kijkt aandachtig naar het beeldscherm. 
Ik vertel haar dat de mensen verdrietig zijn omdat er een meneer is doodgegaan. 

'Wat zielig voor die meneer dat hij is doodgegaan'. 

Ik vertel verder dat de meneer zichzelf heeft doodgemaakt omdat hij ziek was. 
'Dat noemen ze zelfmoord'. 

Dochter is er even stil van. 
'Kan dat, jezelf doodmaken?' vraagt ze me. 
Als ik bevestigend antwoord, vraagt ze zich af hoe dat kan. 
Ik laat het even in het midden. Geen idee hoe hij het heeft gedaan. 
Als ze aandringt vertel ik over de, in mijn beleving, minst heftige mogelijkheid. 
'Als je 10000 aspirines slikt, dan ga je dood'. 


 Dochterlief was bijna 5 toen ze zich bewust werd van haar eigen eindigheid. Ze was er intens bang voor. We spraken er vaak over en ik vertelde haar dat het nog lang zou duren.
 Ze was er niet gerust op en bleef ons vertellen dat ze niet dood wilde en altijd wilde blijven leven. 

 De dag nadat dochter instortte en de maanden erna, toen ze in coma lag, heb ik vaak aan haar grote angst teruggedacht. 
Alsof ze het wist. 

 Toen ze ontwaakte, revalideerde en herstelde, was de dood en het doodgaan bij haar wat naar de achtergrond verschoven. 
Nadat Bianca overleed hebben we het er wel eens over gehad. 
Ik achtte haar sterk genoeg om onze waarheid te kennen en vertelde haar dat we ook heel erg bang waren dat zij dood zou gaan, toen. 
Het maakte indruk. Zo ziek was ze dus geweest. 

 En nu heeft die 'lieve meneer', 'oom Joost Zwagerman' zoals ze hem snel noemt, zichzelf doodgemaakt. 

 'Mama, maar als je jezelf dood kan maken, kun je jezelf dan ook weer levend maken?' 
Ik antwoord ontkennend. Ze kruipt tegen haar oma aan op de bank en stilletjes kijkt ze een tijdje naar de uitzending. 

 'Dat dat toch kan, jezelf expres doodmaken' mompelt ze zachtjes voor zich uit. 
Verbijsterd, net als zovelen, dat mensen zo wanhopig zijn dat ze daar voor kiezen.

dinsdag 26 mei 2015

Groot

'Komen de andere moeders ook?' Dochter is benieuwd als ik haar vertel dat ik vandaag meeloop op school. 'Nee', antwoord ik, 'vandaag alleen mama'. Dat vindt ze maar niks, alleen ik en geen enkele andere moeder.

In de middag mag ik eerst meekijken in de klas. Of eigenlijk, tijdens het half uurtje buiten spelen. Als ik in de klas kom voordat we naar buiten gaan, word ik enthousiast ontvangen door dochter's klasgenoten. 'Ze wil een knuffel van je' fantaseert 1 van de jongens. 'Ze zit hier hoor' wijst een andere jongen. Jongetje nummer 3 klimt bijna bij mij op schoot en vertelt me dat hij vreselijk veel auto's heeft. 'Speelgoedauto's' antwoordt hij serieus op mijn vraag of het echte auto's zijn.

Dochterlief zit nog te lunchen aan tafel. Ze schudt driftig 'nee' als ik vraag of ik bij haar mag zitten. Dus wacht ik maar even op de gang, waar ik ook door haar vriendinnetjes enthousiast begroet word. Één van de jongens zegt dat dochter heel opgewonden is dat ik er ben. 
Nou, ík zie er niks van. 
Na het eten loopt ze me in haar looprek nuffig voorbij, op weg naar buiten, me geen blik waardig keurend. Zij is vrijwel de enige van het stel die níet opgewonden lijkt.

Dat is ongeveer de teneur van de dag. Ik hoef niet mee naar de dokter, ze gaat liever alleen. 
Dat is heel bijzonder want alle vorige keren was het brullen van het huilen. 
Nee, vandaag bespreekt mejuffrouw graag zelf het één en ander met de arts. Met een glimlach meldt de arts na een minuut of 5 dat ik er nu wel bij mag.

Na het artsenbezoek loopt ze zelfstandig en ver voor me uit naar de klas. 
School is duidelijk haar domein, haar leven. Zonder woorden laat ze blijken dat ik daar, voor haar, een onwelkome gast ben.

Een half uurtje later is ze explicieter 
'Waarom ga je eigenlijk mee?' 
Geïrriteerd.
Verbouwereerd stamel ik een drogreden 'Eh, nou ja omdat het meeloopdag is, dan loopt mama mee'.
Nou, van haar hoeft het niet, ze kan het zelf allemaal wel, daar heeft ze mij niet voor nodig.

Als we die avond thuis zijn vraagt ze aan haar vader of híj de volgende keer meegaat met de meeloopdag...

Ze wordt groot, die dochter van mij. 
Zo groot dat het stom is dat er voor haar andere dingen gebeuren dan voor de rest van de klas. En daarbij, als je zo groot bent, dan is je moeder toch echt wel de al-ler-stom-ste van de hele wereld.
 Wat zeg ik, van de hé-le kosmos.

Dus.

Daar heb je het dan maar mee te doen, als moeder van een grote dochter.

zondag 17 mei 2015

Ontaarde moeder op de kop.

We hebben een feestje. Het achterbuurmeisje viert haar verjaardag. 
Dochter en ik gaan er naar toe.
Zij in haar looprek met het kadootje in haar hand, ik op hoge hakken die ik voor deze 'zitgelegenheid' uit de kast heb getrokken. 

Het kadootje geeft dochter snel af, maar dan komt ze niet verder dan de eerste anderhalve meter in de tuin. 
Te spannend, teveel.
Dikke tranen. 
Nee, ze wil geen taartje. 
Nee, ze wil niks drinken. 
Nee, ze wil niks spelen.
Ze wil weer weg.

Ik breng haar thuis en ga zelf nog even een (ok, 2) taartje snoepen.
Niet veel later komt dochter toch weer terug. 
En nu is het goed.
Stap voor stap komt ze los. 
Ja, ze wil wel een waterballon. 
Ja, ze wil wel chippies en drinken. 
Ja, ze wil wel op de trampoline. 
En, oja, ze wil ook vriendinnen worden met de grote nicht van buurmeisjes. 

Als ik anderhalf uur later naar huis wil om te koken blijft ze graag nog even. 
Thuis doe ik in vliegende vaart de voorbereidingen voor het avondmaal.
Ik voel me onrustig. 
Ik laat mijn kind zomaar achter. 
Het voelt alsof ik mijn verantwoordelijkheid ontloop. 
Ik voel me een ontaarde moeder.

Na een half uurtje loop ik even terug. 
Dochterlief zit smikkelend en genietend op de grond.
Nee hoor, ze wil echt nog niet mee. 'Kom me straks maar halen'. 
Iets geruster loop ik terug.

Na nog een uur, en de hartige taarten bijna uit de oven, loop ik nog eens langs. 
Dochter is nergens te bekennen. 
Met alle kinderen naar de speeltuin. 
Een andere buurvrouw heeft zich over dochter ontfermd.

Met buurman wandel ik naar het speeltuintje. 
'Ik ben er wat onrustig van' vertel ik.
 'Je bent het ook niet gewend' antwoordt hij.

En dat is het, we zijn het niet gewend.
Want eigenlijk is het normaal om een 8-jarig kind te laten spelen bij de buurtjes en in het speeltuintje.
 En het is abnormaal het gevoel te hebben anderen tot last te zijn, als ze zich over je kind ontfermen.

De wereld op zijn kop voor mij. 
's Avonds ben ik bekaf, de volgende ochtend huil ik dikke tranen. 
Omdat zo'n gewoon kinderfeestje ook echt even gewoon mocht zijn. 
Dat andere mensen zorgen en dochter intens geniet.

Wat een kado. 

Dank fijne achterbuurtjes & familie en lieve andere achterbuurvrouw!

zondag 10 mei 2015

Moederdag

Moederdag 13 mei 2012
Dochterlief heeft waterpokken, sinds een dag of 5. Grote blaasjes, pittige koorts. 
Maar je hoort haar er niet over. 
Ze ligt in coma.

De schat ligt net een kleine 2 weken in de comakliniek. 
Het doet haar goed, de kliniek. In kleine stapjes gaat ze vooruit. 
Maar de laatste 2 dagen is ze toch wel erg ziek van de waterpokken. 
We hopen maar dat ze de jeuk niet voelt. Ze kan zelf niet krabben en dan zou het wel erg zielig zijn.

Straks gaan we weer naar haar toe. 
Eerst krijgen we een moederdagontbijt van het Ronald McDonaldshuis. 
Lief dat ze dat geregeld hebben. 
Tot mijn grote verrassing smaakt de mcMuffin me goed.

Ondanks dit ontbijt overheerst het verdriet. 
Mijn dochter is niet bij me. 
Ze ligt enkele tientallen meters bij mij vandaan, in isolatie, vanwege de waterpokken.
Vorig jaar gaf ze me haar eerste zelfgemaakte moederdagcadeau.
Nu weet ze niet eens dat het moederdag is.

Het verdriet deel ik met een moeder die ook in het huis logeert.
Haar zoon, met dezelfde leeftijd als dochter, ligt ook in de kliniek.
Ook bij haar de pijn en het weemoedig verlangen naar die moederdag een jaar eerder.

Ik plaats een foto op facebook waar we samen stralend lachend op staan. 
Onder de foto mijn vurige wens;
Volgend jaar voor moederdag zal zo'n foto van ons samen het mooiste cadeau zijn.



Moederdag 10 mei 2015
Het is half 9 als ik wakker word.
Manlief was vannacht ziek. Klappertandend lag hij naast me. 
Meer dan 40 graden koorts. Verschrikkelijke hoest.
Dochterlief was er onrustig van in haar bed naast het onze.
Ze slingerde af en toe met kracht haar arm in mijn gezicht.
Later de nacht ben ik in dochters kamer gaan liggen.

Ik ga kijken of ze wakker zijn, maar ze liggen beiden nog in diepe rust. 
Pas na half 10 hoor ik gerommel boven. 
Als ik de slaapkamer in kom, barst dochter in juichen uit:
-Het is moederdag!!!!!-

-En nu krijg ik een cadeau!-
juich ik terug.

Manlief tovert het cadeau tevoorschijn en samen pakken dochter en ik het, door haar zelf versierde, pakje uit.


Een prachtig versierde vlinder, in de kleuren van dochter, mét glitters.


Mijn wens is uitgekomen. 
We hebben al vaak een foto gemaakt samen. En voor de 3de keer na die onfortuinlijke moederdag ontvang ik van dochter zélf een pakje.
Eentje die ze zelf gemaakt heeft en me met trots overhandigt.

Deze moeder is blij, dankbaar en supertrots!

zondag 5 april 2015

Schuttingdeur

De schuttingdeur van de achterbuurtjes staat open, zie ik op een ochtend, terwijl ik mijn fiets in de steeg neerzet, tegen het schuurtje. 
Ik sluit onze eigen schuttingdeur af en als ik me omdraai naar mijn fiets zie ik ineens mijn meisje achterop zitten. 

Toen we nog ‘gewoon’ naar de  buurtschool gingen, wachtte ze altijd geduldig in het zitje achterop, tot ik de deur had afgesloten. Vaak kwam het voor dat we de achterbuurtjes troffen. Buurmeisje en dochter zaten op dezelfde school. Buurvrouw en ik hadden altijd veel te kletsen op weg naar en van school.

Vandaag gaf ik dochter mee met de mama van haar vriendinnetje naar school. Nu vertrekt ze met haar rolstoel via de voordeur en gaat dan met de auto mee, op weg naar een school in een andere stad. Achter ons huis zit er niemand op mijn fiets in de steeg op me te wachten. 
De buurtjes zijn zonder ons naar school.

Inmiddels is het ruim 3 jaar geleden dat we samen naar school fietsten. 
We hebben ons leven weer opgepakt. De draai weer gevonden. Dochter is blij op haar school en ze zit daar inmiddels al langer op dan dat ze ooit op haar oude school zat.

En toch doet het even pijn, dat beeld. 
Niet groots en overweldigend, maar klein en een beetje zeurend. 

Want die tijd dat dochter achterop mijn fiets zat komt nooit meer terug. Dat leven is abrupt afgebroken. En zelfs als dochter over 5 jaar volledig hersteld zou zijn, dan nog zijn we toen een meisje verloren en hebben we een ander meisje teruggekregen. 
Eentje die totaal anders was en toch weer precies dezelfde. 
Maar nooit meer dát meisje van 5, dat zelf op en van de fiets klom.

En zo fiets ik alleen richting de trein. 
Een beetje rouwend om wat was en zacht berustend in wat is.

zondag 29 maart 2015

Granny S.

Breien deed ik al een tijdje. Haken leek me toch wat moeilijker.
In de herfst van 2013 waagde ik me aan mijn eerste haaksels. Dat ging me wonderwel goed af. 
In de kerstvakantie van dat jaar waagde ik me aan een sprei van ' granny squares' .


Aan het eind van de vakantie was ik 4 rijen ver.

Na de vakantie haakte ik nog even aan enkele vierkantjes. Maar niet lang erna nam het leven van alledag me weer in de beslag en lag de sprei als een loper over het voeteneind van het bed.

Afgelopen kerst besloot ik verder te gaan. 
Ik nam mijn haaktas mee in de auto op weg naar Friesland, waar we een weekje zouden verblijven. 
Eerlijk gezegd kon ik me na een jaar niet meer bedenken hoe het ook alweer ging, dat haken. Maar toen ik de naald ter hand nam wisten mijn handen vanzelf weer hoe het moest. (Bijzonder dat motorisch geheugen)

Dus ik haakte en haakte in de kerstvakantie.
En na de kerstvakantie bleef ik haken.
Onlangs haakte ik, laat in de avond, een rand om de sprei.


En nu is ze af en ligt ze te 'pronken' op ons logeerbed.


In het zonnetje nog wel :-).
(Stiekem ben ik een beetje trots)

Inmiddels ben ik weer aan een nieuw projectje begonnen.


Een heel grote granny als een plaid.

Wordt ongetwijfeld vervolgd :-).

zondag 22 maart 2015

Aangenaam verbijsterd

"Mevrouw?"
Aan mijn bureau staat een studente. De les is net afgelopen en ik ben mijn spullen aan het opruimen.
"Mag ik u even spreken?"

Natuurlijk mag dat. 
Ik verwacht een excuus voor het niet inleveren van een werkstuk die dag, dus ik blijf in de gang even staan om het gesprek te voeren. 
"Het is een beetje privé."

Ik had haar een dik jaar eerder ook al in de klas. Toen maakte ik me erg zorgen over haar. Ze was tijdens een les zo erg teruggetrokken, dat ik haar na de les even bij me had geroepen. Uit haar verhaal bleek dat ze suïcide gedachten had en ik schakelde samen met haar coach toen een psycholoog in om haar te begeleiden.

We vinden een leeg lokaal.
Daar doet ze haar verhaal.
Over wat voor een jaar ze achter de rug heeft.
En hoe blij ze is dat ze heeft ontdekt en vooral heeft kunnen accepteren dat ze is wie ze is.
Ze is namelijk niet zij.
Ze is een hij.

En naarmate hij verder vertelt zie ik hem open gaan. 
Hij heeft het zolang onderdrukt dat hij eigenlijk een jóngen is. 
Het afgelopen jaar trof hij toevallig iemand met soortgelijke gevoelens. En via haar ontmoette hij nog meer mensen. 
Toen viel het, waar hij altijd mee worstelde, op zijn plek en kon hij het eindelijk onder ogen zien.

Inmiddels zit hij in traject om zich te laten omvormen tot man.
Hij heeft al een nieuwe naam bedacht.
En of ik het goed vind dat hij het in de volgende les aan de groep vertel.

Ik ben op een aangename manier verbijsterd.
Het schuchtere, depressieve meisje is nu een stralende jongen.
Wat zien mensen er prachtig uit als ze zichzelf zijn.

Ik kan het niet laten hem even te knuffelen.
Wat is het heerlijk om hem zo gelukkig te zien.
Zo vol zin in het leven.

De rest van de dag loop ik op wolkjes.
Echt geluk is besmettelijk.

Dank, dappere man!

Joey Chou. Gevonden op bloglovin.com


zondag 15 maart 2015

Bianca

Dochterlief is net thuis. Ze zit op de grond en pakt zelf haar tas uit. Heel veel werkjes, haar broodtrommel, bekers en een envelop van school. Ze frummelt de envelop open haalt er een brief uit en roept naar manlief en mij:
"Kijk eens, Bianca is dóód!".

Ik herinner me een gesprek met het hoofd van de afdeling op dochter's school, enkele weken geleden. Ze vertelde over de sterfgevallen op school. Dat dat op dochter's school relatief vaker voorkomt dan op reguliere scholen, hoewel het ook hier (gelukkig) een klein percentage betreft. Ze vertelde over de impact op de leerlingen en het personeel, het medeleven met de familie, een herdenkingsaltaar en de saamhorigheid en warmte die het samen rouwen teweeg brengt.

"Wat bijzonder dat dat zo samen kan," reageerde ik, "ik hoop echter dat we dit in de tijd dat dochter op school zit nooit hoeven meemaken."
Want hoe dan ook, een kind mag niet dood.
"Reken er maar op dat dat wel gebeuren gaat" antwoordde het hoofd, weinig geruststellend en recht voor z'n raap.

En nu is dus Bianca dood. 

We vragen dochter of ze Bianca kent. Dochter vertelt dat ze haar wel eens op het schoolplein zag maar ze had nog nooit met haar gespeeld. De juf had verteld dat Bianca dood was.

We lezen de brief en ontdekken dat het om een meisje gaat van dochters leeftijd. Overleden aan de gevolgen van een hersentumor, thuis, in het bijzijn van haar ouders.

We wisselen een blik en zijn er allebei een poosje van ontdaan. Het werpt ons even terug in de tijd, naar 3 jaar geleden, toen wij die ouders hadden kunnen zijn.

Dochterlief pakt ondertussen nog een andere tas uit en laat ons zien wat ze allemaal nog meer vindt. Daarna vraagt ze wanneer we gaan eten en wat we gaan eten, want ze heeft toch wel 'erge honger'.

Zo doet ze ons voor hoe hier mee om te gaan. 
Over naar de orde van de dag. 
Naar wat we eten vandaag en of we erna nog een spelletje doen.

Want wij leven, godzijdank, gelukkig gewoon.





(De naam Bianca is gefingeerd)

zondag 8 maart 2015

Over-Leven

Tijdens het opschonen van mijn facebookprofiel kwam ik een blog tegen die ik toentertijd alleen in beperkte kring publiceerde. Toen een te persoonlijk schrijven. 
Nu een stuk waaruit blijkt hoe sterk de drive is tot overleven. Ik schreef het toen ons meisje wel al in de comakliniek lag, maar nog niet bewust was.


Vanochtend werd ik wakker uit een droom. Er werd een persconferentie gegeven waarin werd uitgelegd waarom dochter's behandeling gestopt werd. Nee, ze was nog niet wakker, maar zeker was dat ze het op eigen kracht zou kunnen, dus behandeling was niet meer nodig.

Hoewel de inhoud van de droom niet zo verontrustend was, werd ik wel verontrust wakker, iets na 7-en & ik voelde al dat verder slapen niet meer zou gaan lukken. 

"Lopen" dacht ik. 

Terwijl ik me daarvoor klaarmaakte had ik een gesprekje met mezelf in de spiegel. 


-Ik wil direct lopen-

-Moet je niet eerst wat eten?-

-Nee, ik wil direct lopen.-

-Maar stel dat je instort?-

-Dan maar, I don't fucking care…-


En ik keek in de spiegel en ik besefte dat dat niet waar is. 
I dó care hoe het met me gaat. 

Het raakte me om dat te voelen. 
De zin in leven, terwijl ik de laatste dagen, weken, zo graag niét wil leven. 
Of beter gezegd, zo graag dít leven niet wil leven. 

Als ik niet bij dochterlief ben wil ik slapen, slapen om niets te voelen. 
Ik ben boos als ik wakker word omdat het voelen weer begint. 
Ik verdoof me het liefst met pillen, zodat ik ook dieper slaap, terwijl ik in de praktijk steeds minder neem, een halfje voor het slapen gaan.
Daar zorgt met mijn zelfzorger wel voor. 

Ik realiseer me dat ik niet bewust wil leven als mijn meisje ook niet bewust leeft.
En dan ineens de zin, de behoefte om wel te gaan hardlopen, een klein stukje leven op te pakken zoals het was voor het noodlot ons trof.

Het verscheurt me.

Hoe kan ik leven zonder dat zij er nog helemaal is.  

Hoe kan ik de dingen doen die ik deed voor die tijd, ja zelfs voordat zij geboren was. 
 Hoe kan ik verder leven zonder haar, alsof ze er nooit geweest is. Alsof ze niet het belangrijkste is in mijn leven?

Ik ben gaan lopen, huilend, beseffend, in pijn om mijn meisje, mijn verlangende moederhart, mijn grote allesoverheersende verdriet. 
 Alles heb ik meegenomen en weer mee terug genomen. 
Ik draag het, hoewel ik het met moeite nog verdraag. 

Ik ben in pijn en toch roept daar het leven

Gevonden op etsy.com

zondag 1 maart 2015

Liefde

Manlief was naar een verrassingsfeestje van een goede vriend.
Ik zat helaas in de lappenmand :-(

Toen ik vanochtend beneden kwam vond ik dit:

Vrouwlief van vriend heeft stiekem alles geregeld voor zijn verrassingsfeestje, tot aan het dankkaartje toe!

Ontroerend vind ik dat, zoveel LIEFDE.

vrijdag 6 februari 2015

PLASTIC!

"Schat, wil je straks even langs het groentemannetje rijden, voordat je thuis komt? Voor bananen, komkommer en vruchtensap in fles."

Ik ben het overtollige plastic om groenten en fruit zó zat en bij de groenteboer zit het er meestal niet om heen.



Manlief komt thuis met een plastic zakje, waarin bananen zitten verpakt in plastic en komkommer óók in plastic.  

ARGGGHH.

Soms krijg ik er zó'n hoofdpijn van dat alles in plastic verpakt zit.

Bah.
(En weer op zoek naar andere groenteboer)

zaterdag 31 januari 2015

Zo'n dag

"Mama, wat is dat voor hondje?"

(Over deze poster die al tijden in het toilet hangt).


"Mama, hoe kan het dat ze bij 'het Zandkasteel' hun mond niet bewegen tijdens het praten?"
(Dat was mij nog nooit opgevallen)

Twee vragen op één dag waaruit blijkt dat dochterlief meer ziet. 
Of ze nou weer een bewustzijnssprongetje heeft gemaakt of dat ze letterlijk meer en scherper ziet, weet ik niet.

Wel is het opvallend dat ze het spellen van woorden ook juist vandaag onder de knie lijkt te hebben...

Het is weer zo'n dag.
Zo'n dag waarop dochter ineens weer meer kan.

Het blijft raadselachtig die ontwikkeling van dochterlief.

Ik ben er nog niet over uit of ik ze nu wil oplossen die raadsels of dat ik het maar laat.





woensdag 28 januari 2015

Mislukt

Zo zag mijn pannetje zeep eruit vanochtend.



Nog steeds waterig dus.
Maar, slijmerig waterig, dus de glycerine heeft kennelijk toch wel iets gedaan.

Het experimentje is dus niet helemaal gelukt.
:-(

Ik kreeg nog de tip om het met de huishoudzeep van 'de Traay' te proberen.
Die is in elk geval lang niet zo duur als marseille- of aleppozeep.

Dus wie weet, wordt nog vervolgd.
Voorlopig heb ik even genoeg zeep.
Gelukte en mislukte.
:-D



Zelf zeep maken?
Voeg 20 tot 100 gram (de recepten verschillen op internet) gesneden of geraspte zeep en een eetlepel glycerine (drogist) toe aan liter water.
Breng aan de kook, roer door en blijf net zolang roeren (en laat net zolang koken) tot de zeep is opgelost.
Haal van het vuur en laat een nachtje staan met deksel op de pan.
Als het goed is, is de zeep de volgende dag dik geworden.
Mix de substantie met een staafmixer.
In een potje met een zeeppompje en klaar!

(En ik ga nu kleine stukjes zeep sparen die niet meer zo lekker zepen ;-))

dinsdag 27 januari 2015

Zeepgeluk(t)

Al eerder schreef ik over het zelf maken van vloeibare zeep.
Mijn zeep bleef waterig.

Omdat iedereen zweert bij de marseillezeep maakte ik mejuffrouw vloeibaar deze keer daarvan.

Nog steeds waterig.

Dubbel dosis zeep in het water.

Waterig...

Het frustreerde me mateloos dat het niet lukte. Begreep niet goed waar dat aan kon liggen.

Dus nog maar eens een keer proberen.
Met een (lekker) stukje zeep wat al een poosje werkeloos op het zeepschaaltje lag.

Beetje water, beetje glycerine, beetje zeep.
Zelfde methode.

En warempel!



Het is gelukt!

Kennelijk is glycerine het bestanddeel dat de zeep bindt met het water en ik vermoed dat ik de vorige keren te weinig glycerine gebruikte. 

Dus, ik gooi mijn waterige zeep weer in de pan met wat glycerine.
Benieuwd of het werken gaat.

(wordt vervolgd)



zaterdag 24 januari 2015

Zelfgemaakte bananenijs

Een overrijpe banaan in de fruitschaal?
Zin in een toetje?
Maak bananenijs!

Ooit vond ik het recept ergens op een blog en het is doodeenvoudig.

Ingrediënten: Banaan.

(dat is het)
  1. Schil de banaan
  2. Breek haar door de helft en leg haar in de diepvries.
  3. Enkele uurtjes wachten
  4. Pureer in de keukenmachine tot een roomijsachtige substantie
  5. Smullen!


Zó lekker!


donderdag 22 januari 2015

Gezichtloos

Mijn facebookaccount is opgeheven. Formeel nu een week. 

 Ik kondigde het al in september aan en was toen ook voortvarend begonnen met het leeghalen van mijn tijdlijn. Dat bleek een enorme klus. 

In de laatste dagen van 2014 rondde ik met frisse tegenzin het karwei af en zo kwamen de jaren 2010 tm 2014 aan me voorbij. Bijzondere jaren, tripjes van een gelukkig gezin, huis-tuin-en-keuken-kiekjes, ziekenhuisfoto's, verhalen van een opkrabbelend gezin en het oppakken van het gewone leven. 

 Ik werkte in chronologische volgorde maar stagneerde, stiekem tot mijn eigen verbazing, in 2012, het jaar dat mijn meisje ziek werd. Het bleek een pittige klus om mijn meisje weer ziek te zien worden en de verhalen te lezen van onze totale ontreddering. 

 De remedie was om terug te werken van 2014 naar 2012. Na uren werk was ik zo murw dat, toen ik in 2012 aankwam, het verwerken van de verhalen en foto's alleen nog maar een klus werd die ik zo snel mogelijk wilde klaren. Zonder extra gevoel, zonder hervoeld verdriet. 

En zo kabbelde ik gezichtloos 2015 in, nasudderend van de verhalen, dankbaar dat we nu alweer bijna 3 jaar verder zijn en trots dat we die klus samen toch maar weer geklaard hebben.