dinsdag 21 november 2017

De Pieten

De meester stuurt een mail met de vraag of de kinderen in de klas nog geloven. 
Hij wil het ware verhaal over Sinterklaas graag vertellen. 

Dochter gelooft allang niet meer, vertel ik hem als ik hem tref.  
Niet zonder trots; nog voor ze ziek werd wist ze al dat mensen zich verkleden als Sint en Pieten.  

Die avond kijkt ze het Sinterklaasjournaal.

 "Mama! Mag ik mijn schoen zetten?"  
-oh shit, niet aan gedacht- 
"Doe dat maar als we bij opa en oma zijn" 
"Maar komt Sint daar wel?" 
-???- 
"Natuurlijk komt Sint daar wel." 

Manlief en ik kijken elkaar lachend en verwonderd aan. 

"Jij weet toch wel wie die kadootjes in je schoen stopt?" 
"Natuurlijk wel!" 
"Wie dan?" 
"De Pieten natuurlijk!" (Duh). 

Ik schiet onbedaarlijk in de lach 

"Wat zit je nou te lachen, mama, het ís toch zo?"
"Nee joh, dat doen wij toch."
"Oh ja"
"Geloof je dan toch in Sinterklaas?" 
"Nee, natuurlijk niet!" 

Dus.  
Al is de Waarheid nog zo snel, de Magie achterhaalt haar wel.

dinsdag 24 oktober 2017

Puber

7 uur. 

In bed. 
”Ooo, moet ik nu al opstaan? Ik ben nog zooooo moe! Waarom moet ik zo vroeg opstaan? Helemaal niet leuk om op te staan als het nog zo donker is.”

In de badkamer.
“Ooo, mama, het is nog veel te vroeoeoeg! Mama, mama, mama! Het maakt niet uit hè, hoe vaak ik het zeg? Je laat me toch naar school gaan.”

Op de trap.
 “Waaaaarom is het niet zo dat je pas in de ochtend, als het licht is, naar school moet. En waarom is het niet zo dat ik pas hoef op te staan als het licht is. Dat is veel fijner.” 

In de gang. 
“Ooooooo, ik wil weer vakantie! Ik hou zooooo van vakantie!”

In de woonkamer.
 “Jij vindt het ook vervelend, hè mama, dat jij weer moet werken?” 
“Wat! Heb jij wél vakantie? Ooooo ik wil ook weer vakantie...” 

Mijn puber komt uit bed.

vrijdag 20 oktober 2017

Centrum van het universum

14 was ik.
En hopeloos verliefd op hem.

Hij zat enkele klassen hoger.
Had een grote blonde lok in zijn gezicht, omlijnde zijn ogen met kohl, droeg een lange grijze jas en liep op schoenen met een puntige neus.

Groot was mijn vreugde toen hij ook voor mij viel.
Mijn eerste echte vriendje.
Hij was 3 jaar ouder, ik vond hem zo wijs en hij rook zo lekker.

Na een maandje tuimelde ik alweer van de roze wolk.
Hij 'maakte het uit'.
Mijn verdriet was intens. 
Maandenlang voelde ik mijn gebroken hart.

Enkele jaren later trof ik hem weer tijdens een concert.
Hij studeerde en woonde op kamers, ik was verhuisd naar een andere stad.
Het klikte die avond weer.
Vrijend namen we buiten afscheid.
Hij vroeg me te schrijven, ik verloor zijn adres.

Dat was de laatste keer.
Af en toe zocht ik hem wel eens op het internet, zoals ik ook andere mensen zocht uit die tijd.
Ik vond hem nooit.

Tot vandaag.

Zijn naam in een overlijdensadvertentie.
Al anderhalf jaar niet meer op deze wereld.
Zijn vrouw was hem een jaar eerder voorgegaan.
Ze hadden geen kinderen.

Weemoedig ben ik de rest van de dag.
Om die jongen van toen.
Die enkele maanden van mijn leven het centrum van mijn universum was.
En die zijn leven niet meer leeft.

zaterdag 9 september 2017

Plagen

We doen niks vandaag. 
Lekker luieren in het weekend. 

-Zo, ik ga even een dutje doen- 
kondig ik aan.
-Beneden?- 
vraagt dochterlief.
-Nee, boven-
 (lekker rustig :-))

Dochter stort zich letterlijk bovenop mij.
-Jij gaat níet naar boven vandaag-

Met zoete woordjes probeer ik haar over te halen. 
Met milde dreigementen. 
Met sluwe plannetjes. 
Dochter laat niet los. 

Wanneer haar aandacht even verslapt, spring ik op, ren naar boven en roep: 
-Je kan me lekker niet pakken!-

Even voel ik me schuldig. 
Ze kan immers niet zelf naar boven.

Maar dan hoor ik haar terug brullen
-Oja? Dat dacht je maar, ik pak je toch!-

Niet veel later hoor ik gestommel op de trap.
-Ik kom eraan hoor!-

-Dat lukt je lekker niet!-

-Echt wel!-

Zittend trekt ze zichzelf aan haar linkerarm omhoog. 
Steeds iets harder kreunend. 
-Het is wel een beetje zwaar-

Wanneer ze op lijkt te geven, ren ik richting overloop, 'schrik' omdat ze al zo dichtbij is en ren gillend terug.

Dat helpt. 
Ineens is ze bij me op de kamer. 
Klimt op bed en laat zich lachend met haar volle gewicht op me vallen. 

Trots.
Ze heeft het geflikt.


Waar een beetje plagen soms niet goed voor kan zijn...

(En ik doe nog steeds geen dutje)

dinsdag 15 augustus 2017

Vertrouwen

Dochter's vakantievriendinnetje komt spelen. 
Ze zagen elkaar vorige zomer voor het laatst. 
2 jaar geleden ontmoetten ze elkaar en ze trokken, tot mijn vreugde en verrassing, iedere dag met elkaar op. 
Het jaar erna hadden ze weer een plezierige week samen en ondertussen schrijven ze al 2 jaar.

Vriendinnetje is een 'normaal' meisje; een lekkere kwebbeltante, lief en erg slim.
In contact met ons kletst ze de oren van ons hoofd en zo schrijft ze haar brieven ook. 
In contact met dochter is ze stil, lief volgend in wat dochter kan en wil.

Dochter wordt 'stoer' met zo'n vriendinnetje. 
Ze laat zien wat ze kan en ze doet veel meer zelf dan ze normaal doet.

Na enkele uurtjes vertrekt vriendinnetje, na enig getreuzel. 
Dochter is fysiek moe en laadt zich op door filmpjes te kijken in het grote bed. 
Manlief en ik sukkelen naast haar in slaap.

In sudderend verdriet word ik wakker, geconfronteerd met het levend verlies. 
In angst en zorg voor grotere verliezen voor haar. 
In onzekerheid over wat de toekomst brengt. 

Dochter's NAH heeft voor ons een wereld geopend waarin veel van haar stappen, nieuwe en onbekende stappen voor ons zijn.
Waarin dingen anders werken dan wij gewend waren. 
Waarin wellicht vriendschappen anders werken dan de vriendschappen die ik ken.

Ik doe een schietgebedje:
"Zorg dat ik vertrouwen krijg in dat dochter haar leven zo vorm kan geven als zij dat wil."
en
"Zorg dat zij daarin ook het vertrouwen krijgt."

's Avonds bespreken we de dag.
"Was het een fijne dag, lieffie?" 
"Ja, ik vond het fijn dat vriendinnetje er was!
Maar mama, waarom vraag je dat eigenlijk? 
Ik heb iedere dag een fijne dag, dat weet je toch."

Dankbaar fluister ik stilletjes
"Geef dan vooral mij vertrouwen".

Dochter valt ondertussen tevreden naast mij in slaap. 


vrijdag 23 juni 2017

Levend Verlies

"Het verdriet is er en zal er altijd zijn. Dat gaat nooit meer weg. Soms groot aanwezig, soms klein, maar altijd daar."

We zitten, als collegae, in de afronding van een bijzondere workshop over diversiteit en eigenheid. 
Op een bijna troostende manier spreek ik deze woorden uit naar een collega. 
Geëmotioneerd deelde ze even daarvoor dat ze zich niet had gerealiseerd dat mijn verdriet nog zo groot was. 

Met deze woorden eigen ik mij mijn verdriet toe. 
Het is van mij, niemand hoeft het kleiner te maken, het is er en het is mij eigen.

Dit verdriet wordt onder zorgouders wel 'levend verlies' genoemd. 
Het levenslang verdriet om wat je kind, door zijn of haar beperkingen, nooit kan zijn. 

Door voortdurend in contact te blijven met dat verdriet in mij, zonder me erin te verliezen, voel ik op weg naar huis hoe ik mijn meisje omarm. 
Hoe het de afgelopen maanden steeds minder belangrijk werd dat ze, als 'kapot kind', 'gerepareerd' wordt. 
Dat ze met al haar beperkingen volledig voor me is. 

Mijn tranen stromen als ik dat ten volle besef. 
Ze is goed zoals ze is. 
Geen levend verlies voor mij, maar volledig levende winst.

woensdag 7 juni 2017

Helpen

"Politie waarschuwt voor inzamelacties voor familie Savannah". 
Een klein berichtje op een nieuwssite. 
Er wordt in gewaarschuwd hier niet aan mee te doen omdat de familie niet op de hoogte is.
Daarbij is het niet duidelijk of het een gemeende actie is of een poging tot oplichting.

Zelf heb ik de indruk dat deze actie vol goede bedoelingen is opgezet.

Toen dochter ziek werd (totaal onverwacht, heel heftig) reageerde haar en onze omgeving ook heel betrokken en intens. 
Mensen willen iets dóén. 
In ons geval leidde dat tot een actie, waarbij het plan was zelfs het jeugdjournaal uit te nodigen. 

In die tijd heb ik zélf hard aan de noodrem getrokken;
zo'n actie was volstrekt niet in het belang van dochter of van ons, direct betrokkenen, intégendeel.
Het belastte ons extra.

Als je echt wil helpen, zorg dan dat je het afstemt met betrokkenen. 
In tijden van crisis is hulp met praktische zaken meestal welkom; 
ovenschotels, boodschappen, de (andere) kinderen opvangen of huisdieren verzorgen. 

Later, als de hectiek is geluwd, dan is er meer behoefte aan luisterende oren. 
In werkelijke interesse in hoe het gaat, nu de wereld het vergeten lijkt, maar de pijn voor betrokkenen juist intens voelbaar is. 


Als je echt wil helpen, dan doe je dat het meest door je hoofd koel te houden, je hart warm en er gewoonweg te zijn.

vrijdag 19 mei 2017

Angst-wereld

Ik word bevangen door een redeloze woede wanneer ik lees dat Chris Cornell door eigen toedoen is overleden.
Zo'n mooie man, zo'n intense stem springt patsboem weg uit deze wereld.

Het is een ander lied dat me raakt deze dag. 
In een buurtsuper brengt het me binnen een fractie van een seconde terug naar de machteloze wereld van angst en wanhoop om mijn comatueuze meisje.

Even voel ik wat mijn collega voelt.
Haar kind ligt sinds enige tijd in het ziekenhuis en is diep in coma.

"Ik wil weg uit deze angst-wereld" appt ze me.


In een intens verlangen naar een wereld zonder angst en pijn 
hoopt zij vol overgave op het leven

en koos hij de dood.

zaterdag 13 mei 2017

Tijger & Lama

"Je wordt zo hoofderig."
Ik schiet in de lach. 
"Wórd hoofderig? Ik bén hoofderig!" 
Er ontglipt me een "duh".
Nu schiet mijn lieve coach ook in de lach.

We praten over mijn slaapproblemen en wat ik 's nachts doe als ik wakker ben

"Wat als je je een dier voorstelt voor je hoofd..." 
(O, makkelijk, een Tijger) 
"...en één voor je lijf" 
(Ehm...)

Het dier voor mijn lichaam moet wollig zijn, wit en langharig...

... een Lama! 
"Die kan nog lekker spugen ook!"

We praten over Tijger
(Die álles bespringt wat ze tegenkomt)
En over Lama 
(Die goede voeding en beweging nodig heeft)
Waarom Tijger er is 
(Om Lama te beschermen tegen de vele prikkels van buitenaf)
En wat Tijger van Lama nodig heeft 
(Kunnen schuilen tegen haar hart in haar warme vacht).

"Wat jij moet doen is 's avonds Tijger te slapen leggen".

In de avond wandel ik een uur en ik leg Tijger te slapen als ik in bed lig.

Hoopvol. Zou het werken?

Half 2 ben ik wakker, zoals gewoonlijk. 
Slaapdronken naar de wc en slapen lukt daarna niet meer.

En toch voelt het anders. 
Geen hoofd op pootjes, geen springerige Tijger die overal naar toevliegt.

Ik voel haar rustig zitten, ergens bij mijn hartstreek, terwijl ze soezelend naar buiten gluurt in haar dikke witte langharige Lama-jas.

zondag 23 april 2017

Hardnekkig

"We beginnen pas met vergaderen als jij weg bent, Fee."

Halverwege januari, vrijdagochtend vroeg. 
Lijkbleek kom ik op mijn werk, kokhalzend van de moeheid. 
Ik ben al maanden bekaf.
"Nog even", spreek ik mezelf bemoedigend toe. 
Als troost een paracetamolletje met mijn koffie naar binnen drinkend.

"Alleen vandaag en volgende week nog," sputter ik tegen, "dan is het af."

"Ga nou maar, we kunnen dit wel zonder jou" sust een collega troostend.
"Lekker slapen, thuis. Geef er maar aan over. Dan zullen de tranen ook wel komen."

Ik pruttel nog wat.

Mijn leidinggevende velt het laatste oordeel.
"NU naar huis Fee! Ik regel het wel."

En ik ga.

Koop een koffie op het station, geniet daar intens van.

Slaap gedurende 2 weken 14 uur per dag.
De tranen blijven uit.

Na een week of 4 verandert er niet veel meer.
"Ik kan wel weer aan het werk" vertel ik de arts.
 "Een heel klein stapje dan" geeft ze toe.

Na een coachsessie nieuwe inzichten.
Ik hak knopen door in mijn hoofd.
Maak plannetjes.

"Het gaat prima mevrouw de dokter!"

En dan een programma. 
Een moeder die haar enige kind verloren is. 
Een vrouw die haar best doet om opgewekt te blijven.
Ik barst in tranen uit. 
Het water komt uit mijn tenen. 
Groot, groot verdriet. 
Het hele programma huil ik.
 "Eigenlijk ben ik mijn meisje ook verloren".
(En die gedachte verscheurt me, want ik heb haar nog).

Daar zijn ze dan, de tranen.
Ze komen vaker, ze zitten hoog.
Soms overvallen ze me, soms sudderen ze even.

Ik verzet me.
Ik ben een hardnekkige overlever geworden.
En toch sijpelen ze nietsontziend door mijn poriën heen.

"Al is de overlever nog zo snel, haar tranen achterhalen haar wel".

Het is een troostend feit.
Eigenlijk.


Ben even tissues halen.