zondag 23 april 2017

Hardnekkig

"We beginnen pas met vergaderen als jij weg bent, Fee."

Halverwege januari, vrijdagochtend vroeg. 
Lijkbleek kom ik op mijn werk, kokhalzend van de moeheid. 
Ik ben al maanden bekaf.
"Nog even", spreek ik mezelf bemoedigend toe. 
Als troost een paracetamolletje met mijn koffie naar binnen drinkend.

"Alleen vandaag en volgende week nog," sputter ik tegen, "dan is het af."

"Ga nou maar, we kunnen dit wel zonder jou" sust een collega troostend.
"Lekker slapen, thuis. Geef er maar aan over. Dan zullen de tranen ook wel komen."

Ik pruttel nog wat.

Mijn leidinggevende velt het laatste oordeel.
"NU naar huis Fee! Ik regel het wel."

En ik ga.

Koop een koffie op het station, geniet daar intens van.

Slaap gedurende 2 weken 14 uur per dag.
De tranen blijven uit.

Na een week of 4 verandert er niet veel meer.
"Ik kan wel weer aan het werk" vertel ik de arts.
 "Een heel klein stapje dan" geeft ze toe.

Na een coachsessie nieuwe inzichten.
Ik hak knopen door in mijn hoofd.
Maak plannetjes.

"Het gaat prima mevrouw de dokter!"

En dan een programma. 
Een moeder die haar enige kind verloren is. 
Een vrouw die haar best doet om opgewekt te blijven.
Ik barst in tranen uit. 
Het water komt uit mijn tenen. 
Groot, groot verdriet. 
Het hele programma huil ik.
 "Eigenlijk ben ik mijn meisje ook verloren".
(En die gedachte verscheurt me, want ik heb haar nog).

Daar zijn ze dan, de tranen.
Ze komen vaker, ze zitten hoog.
Soms overvallen ze me, soms sudderen ze even.

Ik verzet me.
Ik ben een hardnekkige overlever geworden.
En toch sijpelen ze nietsontziend door mijn poriën heen.

"Al is de overlever nog zo snel, haar tranen achterhalen haar wel".

Het is een troostend feit.
Eigenlijk.


Ben even tissues halen.