vrijdag 19 juli 2019

Sonde

-Hé, ze draagt ineens ook een sonde.-
Manlief wijst naar één van de meiden. 
Ze is me net te snel voorbij. 

Dochterlief heeft haar eindmusical. 
Terwijl we wachten op de voorstelling kijken we nieuwsgierig rond. 
Af en toe vangen we een glimp op van de 8ste groepers. 
‘Achter de schermen’ lopen, strompelen en rijden ze voorbij. 
Na al die jaren kijken we niet meer op van een slangetje meer of minder. 

Het uur wachten wordt beloond.
De voorstelling begint. 
De gordijnen gaan open en lachend ontdekken we meer kinderen met een ‘sonde’. 

Een microfoontje

Zo af en toe blijkt het ongewone ons heel gewoon en is het gewone soms verrassend ongewoon.

☺️

zaterdag 3 maart 2018

Als je best doen niet genoeg is...

Snotterend ziek en koortsig bestelde ik deze week een verrassingspakket bij mijn favoriete webwinkel.  
Ik ontving een prachtig pakket vol mooie knutselspullen, inclusief een houten mal voor het maken van enveloppen.

Een tijd geleden maakte ik van dik karton mijn eigen mal. 
Dochterlief kijkt vaak verlangend naar mijn handelingen als ik een avondje enveloppen vouw. 
Met deze mal kon zij het misschien zelf!

Dochter ging enthousiast aan tafel zitten. 
Ik zette de mal min of meer vast met papieren tape aan het vel papier. 
En zo ging mevrouw aan de slag. 

Dat viel nog niet mee. 
Ondanks het plakband en haar rechterhand verschoof de mal toch steeds een beetje. 
Het netjes knippen was best moeilijk met anderhalve hand. 
Het vouwen deed ik maar.

Zoiets eenvoudigs als het vouwen van een envelop is voor mijn meisje een hele toer. 
Een frustrerende toer ook. 
Na de eerste envelop werd ze moe en de tweede lukte niet meer. 

Boos en gefrustreerd wilde dochter toch maar kleuren. 
Maar toen was niks meer goed genoeg. 

Dochter ervaart steeds vaker en meer de belemmeringen door de beperkingen die ze heeft. 
Ze wil zo graag veel doen en ze springt iedere keer levenslustig in nieuwe projecten. 
En hoe verschrikkelijk ze haar best ook doet, toch lukken veel dingen niet. 

Het is een zware klus, die ze te klaren heeft, mijn meisje. 
In een wereld waar de overtuiging heerst dat, als je maar hard genoeg werkt, je alles kunt bereiken, ervaart zij dagelijks dat je uiterste best doen nog niet genoeg is.

We wandelen mee op haar pad, waarop we balanceren tussen reëel blijven en hoopvol zijn. 
Verdrietig door haar verlies en ondersteunend in hoe ze hier mee om kan gaan. 
Haar sterke kanten stimulerend zonder haar belemmeringen uit het oog te verliezen. 
En iedere keer met de diepste wens dat ze haar eigen unieke plekje vindt waar ze kan groeien en bloeien, op haar manier. 

En dat is wat het is.

dinsdag 21 november 2017

De Pieten

De meester stuurt een mail met de vraag of de kinderen in de klas nog geloven. 
Hij wil het ware verhaal over Sinterklaas graag vertellen. 

Dochter gelooft allang niet meer, vertel ik hem als ik hem tref.  
Niet zonder trots; nog voor ze ziek werd wist ze al dat mensen zich verkleden als Sint en Pieten.  

Die avond kijkt ze het Sinterklaasjournaal.

 "Mama! Mag ik mijn schoen zetten?"  
-oh shit, niet aan gedacht- 
"Doe dat maar als we bij opa en oma zijn" 
"Maar komt Sint daar wel?" 
-???- 
"Natuurlijk komt Sint daar wel." 

Manlief en ik kijken elkaar lachend en verwonderd aan. 

"Jij weet toch wel wie die kadootjes in je schoen stopt?" 
"Natuurlijk wel!" 
"Wie dan?" 
"De Pieten natuurlijk!" (Duh). 

Ik schiet onbedaarlijk in de lach 

"Wat zit je nou te lachen, mama, het ís toch zo?"
"Nee joh, dat doen wij toch."
"Oh ja"
"Geloof je dan toch in Sinterklaas?" 
"Nee, natuurlijk niet!" 

Dus.  
Al is de Waarheid nog zo snel, de Magie achterhaalt haar wel.

dinsdag 24 oktober 2017

Puber

7 uur. 

In bed. 
”Ooo, moet ik nu al opstaan? Ik ben nog zooooo moe! Waarom moet ik zo vroeg opstaan? Helemaal niet leuk om op te staan als het nog zo donker is.”

In de badkamer.
“Ooo, mama, het is nog veel te vroeoeoeg! Mama, mama, mama! Het maakt niet uit hè, hoe vaak ik het zeg? Je laat me toch naar school gaan.”

Op de trap.
 “Waaaaarom is het niet zo dat je pas in de ochtend, als het licht is, naar school moet. En waarom is het niet zo dat ik pas hoef op te staan als het licht is. Dat is veel fijner.” 

In de gang. 
“Ooooooo, ik wil weer vakantie! Ik hou zooooo van vakantie!”

In de woonkamer.
 “Jij vindt het ook vervelend, hè mama, dat jij weer moet werken?” 
“Wat! Heb jij wél vakantie? Ooooo ik wil ook weer vakantie...” 

Mijn puber komt uit bed.

vrijdag 20 oktober 2017

Centrum van het universum

14 was ik.
En hopeloos verliefd op hem.

Hij zat enkele klassen hoger.
Had een grote blonde lok in zijn gezicht, omlijnde zijn ogen met kohl, droeg een lange grijze jas en liep op schoenen met een puntige neus.

Groot was mijn vreugde toen hij ook voor mij viel.
Mijn eerste echte vriendje.
Hij was 3 jaar ouder, ik vond hem zo wijs en hij rook zo lekker.

Na een maandje tuimelde ik alweer van de roze wolk.
Hij 'maakte het uit'.
Mijn verdriet was intens. 
Maandenlang voelde ik mijn gebroken hart.

Enkele jaren later trof ik hem weer tijdens een concert.
Hij studeerde en woonde op kamers, ik was verhuisd naar een andere stad.
Het klikte die avond weer.
Vrijend namen we buiten afscheid.
Hij vroeg me te schrijven, ik verloor zijn adres.

Dat was de laatste keer.
Af en toe zocht ik hem wel eens op het internet, zoals ik ook andere mensen zocht uit die tijd.
Ik vond hem nooit.

Tot vandaag.

Zijn naam in een overlijdensadvertentie.
Al anderhalf jaar niet meer op deze wereld.
Zijn vrouw was hem een jaar eerder voorgegaan.
Ze hadden geen kinderen.

Weemoedig ben ik de rest van de dag.
Om die jongen van toen.
Die enkele maanden van mijn leven het centrum van mijn universum was.
En die zijn leven niet meer leeft.

zaterdag 9 september 2017

Plagen

We doen niks vandaag. 
Lekker luieren in het weekend. 

-Zo, ik ga even een dutje doen- 
kondig ik aan.
-Beneden?- 
vraagt dochterlief.
-Nee, boven-
 (lekker rustig :-))

Dochter stort zich letterlijk bovenop mij.
-Jij gaat níet naar boven vandaag-

Met zoete woordjes probeer ik haar over te halen. 
Met milde dreigementen. 
Met sluwe plannetjes. 
Dochter laat niet los. 

Wanneer haar aandacht even verslapt, spring ik op, ren naar boven en roep: 
-Je kan me lekker niet pakken!-

Even voel ik me schuldig. 
Ze kan immers niet zelf naar boven.

Maar dan hoor ik haar terug brullen
-Oja? Dat dacht je maar, ik pak je toch!-

Niet veel later hoor ik gestommel op de trap.
-Ik kom eraan hoor!-

-Dat lukt je lekker niet!-

-Echt wel!-

Zittend trekt ze zichzelf aan haar linkerarm omhoog. 
Steeds iets harder kreunend. 
-Het is wel een beetje zwaar-

Wanneer ze op lijkt te geven, ren ik richting overloop, 'schrik' omdat ze al zo dichtbij is en ren gillend terug.

Dat helpt. 
Ineens is ze bij me op de kamer. 
Klimt op bed en laat zich lachend met haar volle gewicht op me vallen. 

Trots.
Ze heeft het geflikt.


Waar een beetje plagen soms niet goed voor kan zijn...

(En ik doe nog steeds geen dutje)

dinsdag 15 augustus 2017

Vertrouwen

Dochter's vakantievriendinnetje komt spelen. 
Ze zagen elkaar vorige zomer voor het laatst. 
2 jaar geleden ontmoetten ze elkaar en ze trokken, tot mijn vreugde en verrassing, iedere dag met elkaar op. 
Het jaar erna hadden ze weer een plezierige week samen en ondertussen schrijven ze al 2 jaar.

Vriendinnetje is een 'normaal' meisje; een lekkere kwebbeltante, lief en erg slim.
In contact met ons kletst ze de oren van ons hoofd en zo schrijft ze haar brieven ook. 
In contact met dochter is ze stil, lief volgend in wat dochter kan en wil.

Dochter wordt 'stoer' met zo'n vriendinnetje. 
Ze laat zien wat ze kan en ze doet veel meer zelf dan ze normaal doet.

Na enkele uurtjes vertrekt vriendinnetje, na enig getreuzel. 
Dochter is fysiek moe en laadt zich op door filmpjes te kijken in het grote bed. 
Manlief en ik sukkelen naast haar in slaap.

In sudderend verdriet word ik wakker, geconfronteerd met het levend verlies. 
In angst en zorg voor grotere verliezen voor haar. 
In onzekerheid over wat de toekomst brengt. 

Dochter's NAH heeft voor ons een wereld geopend waarin veel van haar stappen, nieuwe en onbekende stappen voor ons zijn.
Waarin dingen anders werken dan wij gewend waren. 
Waarin wellicht vriendschappen anders werken dan de vriendschappen die ik ken.

Ik doe een schietgebedje:
"Zorg dat ik vertrouwen krijg in dat dochter haar leven zo vorm kan geven als zij dat wil."
en
"Zorg dat zij daarin ook het vertrouwen krijgt."

's Avonds bespreken we de dag.
"Was het een fijne dag, lieffie?" 
"Ja, ik vond het fijn dat vriendinnetje er was!
Maar mama, waarom vraag je dat eigenlijk? 
Ik heb iedere dag een fijne dag, dat weet je toch."

Dankbaar fluister ik stilletjes
"Geef dan vooral mij vertrouwen".

Dochter valt ondertussen tevreden naast mij in slaap.